Doe mee!
Ook voor jouw onderneming biedt de circulaire economie kansen. Nieuwe businessmodellen, een andere manier van ontwerpen en nieuwe samenwerkingen in de keten zorgen onder meer voor een efficiënter gebruik van grondstoffen. Circulair is de toekomst, dus doe mee!

‘Elk succes in de transitie naar de circulaire economie verdient een feestje’

Ze hebben een prachtig breekijzer in handen: het huidige regeerakkoord. Dat vinden Anne-Marie Rakhorst en Antoine Heideveld. Ze zijn respectievelijk voorzitter en vicevoorzitter van het team achter de Transitieagenda Consumptiegoederen: het team dat de nationale transitieagenda vormgeeft om tot een economie te komen met circulaire consumptiegoederen, zonder verspilling van spullen en grondstoffen.

Omdat de transitieagenda onderdeel is van het regeerakkoord is het overheden, bedrijven, financiële instellingen, vakbonden, kennisinstituten, natuur- en milieuorganisaties en andere maatschappelijke organisaties urgent om werk te maken van dat wat het team van Rakhorst en Heideveld, in samenspraak met belanghebbenden, agendeert. Een riante positie, vindt Rakhorst, maar geen luxe. ‘De huidige grondstoffenhonger een halt toeroepen kán alleen als het hele ecosysteem meedoet.’

Concrete acties

Naast consumptiegoederen kent het regeerakkoord nog vier nationale transitieagenda’s: voor biomassa & voedsel, de bouw, kunststoffen en de maakindustrie. Ze vinden hun oorsprong in het grondstoffenakkoord. Daarin staan afspraken om de Nederlandse economie te laten draaien op herbruikbare grondstoffen. De genoemde sectoren en ketens zijn heel belangrijk voor de Nederlandse economie, maar ook zeer milieubelastend. Daarom hebben de ruim 400 ondertekenaars samen met de Rijksoverheid de transitieagenda’s met concrete acties opgesteld. Elke Transitieagenda staat onder de leiding van toegewijde aanjagers met kennis van zaken. In het geval van Consumptiegoederen gaat dat dus om Rakhorst, tevens oprichtster van Duurzaamheid.nl, en Heideveld, directeur van Het Groene Brein.

Achtendertig acties en interventies prijken er op de Transitieagenda Consumptiegoederen. De lijst kent drie groepen maatregelen. Allereerst zijn er de overkoepelende activiteiten. Het gaat hierbij om maatregelen voor een eerlijk prijsbeleid voor hernieuwbare en secundaire grondstoffen, betere internationale samenwerking en uitbreiding en verdieping van producentenverantwoordelijkheid. De tweede set maatregelen gaat erom het gebruik van kort-cyclische producten terug te dringen, zoals verpakkingen, gratis geschenkjes en verbruiksproducten. Daarbij horen ook acties om de restanten van kort-cyclische stromen zo hoogwaardig mogelijk opnieuw te benutten. De derde groep acties is gericht op producten met een middellange tot langdurige omloopcyclus. Denk hierbij aan kleding, elektrische apparatuur en meubels. Door te organiseren dat deze producten langer meegaan en opnieuw gebruikt (kunnen) worden. En door het ontwikkelen van nieuwe businessmodellen waarin niet het alsmaar verkopen van nieuwe spullen waarde opbrengt, maar juist hergebruik en reparatie van bestaande.

De huidige grondstoffenhonger een halt toeroepen kán alleen als het hele ecosysteem meedoet.

Icoonprojecten als hefboom

Daarnaast kent de Transitieagenda Consumptiegoederen twaalf icoonprojecten. Het zijn praktische projecten die betrekking hebben op huishoudelijke apparatuur, meubels, verpakkingen en textiel. Ze bevinden zich op uiteenlopende sporten op de zogenaamde ‘r-ladder’.

De icoonprojecten dienen als hefboom voor de hele agenda, legt Heideveld uit. ‘Ze laten ondernemers ervaren en zien wat je samen kunt bereiken. En dat zet ondernemers en anderen in beweging om de draad verder op te pakken.’ De behapbare projecten leveren zichtbare successen op, zoals het opzetten van circulaire ambachtscentra, het nationaal testcentrum voor plastics en de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor matrassen. En elk succes in de transitie naar de circulaire economie verdient een feestje, meent Rakhorst. ‘Succesbepalende factoren doorzetten en opschalen levert veel sneller resultaat op dan je richten op problemen. Bovendien is er al zoveel cynisme als het gaat om duurzaamheid. Ik hoor zoveel droeftoeters klagen: “Consumenten hebben de mond vol van duurzaamheid, maar betalen? Ho maar”. Maar juist de vraag stellen waarom iemand geen duurzame keuzes maakt, is, met name voor ondernemers, heel interessant.’

Een ecosysteem is geen egosysteem

Een paar keer per jaar neemt het transitieteam de stand van zaken door. Het laat zich hierbij voeden door iedereen met een goed idee, van de grootste bedrijven tot wetenschappers en van ngo’s tot zzp’ers. ‘De tijd dat een leider vooropliep, is voorbij. De circulaire economie is een inclusieve transitie want een ecosysteem is geen egosysteem. We klaren de klus samen’, aldus Rakhorst. Het geluk van deze Transitieagenda is, vindt Heideveld, dat de achterban zo divers is. ‘De meeste stakeholders zitten normaliter niet met elkaar om tafel’, legt hij uit. ‘Daardoor zijn we nog niet dichtgeorganiseerd. Dat geeft handelingsvrijheid en frisheid.’ De aanpak van het team is dan ook om goede ideeën van onderaf op te schalen naar grote successen. ‘Komt een thema bij ons op de agenda, dan zorgen we dat we ermee aan de slag gaan en dat het met steun van onderop en bovenaf gaat lukken. Linksom of rechtsom.’

‘Denken terwijl je doet. Dat is wat deze transitie nodig heeft.’

Zo kon het gebeuren dat iemand tijdens een stakeholderbijeenkomst opmerkte dat het zo zonde is dat er zoveel bruikbare spullen in een bak van de milieustraat eindigen, terwijl even verderop een kringloop nog wat zou kunnen met die producten. Zijn pleidooi kreeg bijval en na rijp beraad werd het tot icoonproject gekroond. Inmiddels hebben bijna zestig gemeenten een circulair ambachtscentrum dat de functies van een milieustraat, kringloopwinkel en reparatiewerkplaats combineert. Of neem ondernemersorganisatie Modint. Die had het idee om de verschillende initiatieven in de textielbranche beter op elkaar af te stemmen. Niet veel later waren innovatieve bedrijven, merken, investeerders, overheidsorganen en onderzoeksinstituten in hubs georganiseerd en zetten jeansproducenten in de DenimDeal een jeanslijn op de markt met gerecyclede grondstoffen. Allemaal onder de vlag van icoonproject Dutch Circular Textile Valley.

De kunst van een goede to-dolijst is ’m te vullen, maar niet te veel. Anders verliest hij zijn functie: focus. Rakhorst: ‘Je moet ergens beginnen. Dan kun je steeds wat meer hooi op je vork nemen. Zo hebben we onlangs in een werkconferentie nagedacht over hoe de logistieke sector de transitie naar de circulaire economie kan versnellen. Dat willen we ook doen met de consumptieproducten van de chemische industrie. ‘Building the bridge as you walk on it’, citeert Heideveld professor Robert Quinn. ‘Denken terwijl je doet. Dat is wat deze transitie nodig heeft.’

Doe mee!
Ook voor jouw onderneming biedt de circulaire economie kansen. Nieuwe businessmodellen, een andere manier van ontwerpen en nieuwe samenwerkingen in de keten zorgen onder meer voor een efficiënter gebruik van grondstoffen. Circulair is de toekomst, dus doe mee!