Martine Roza: ‘Energie en bereidheid bij de betrokken partijen geeft mij hoop voor de toekomst van een circulaire economie.’
Nederland wil in 2030 de helft minder abiotische grondstoffen, mineralen, metalen en fossiel, gebruiken dan we in 2016 nodig hadden op weg naar een volledige circulaire economie in 2050. Een flinke uitdaging want het grondstoffengebruik daalt al sinds 2010 niet meer. Om deze ambitieuze doelstelling toch te halen is meer richting en sturing nodig, voor bedrijven, kennisinstellingen, de financiële sector, maar ook voor de burger een helder beeld waar we naar toe werken en hoe ze daarin bij kunnen dragen. Martine Roza, werkt voor het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat als taakveldcoördinator visie, innovatie & kennis voor de Circulaire Economie. De afgelopen tijd werkte Roza aan het traject om tot concretere doelen te komen voor een circulaire economie om deze ‘richting en sturing’ concreter te maken voor de Nederlandse economie.
‘We moeten toe naar veel verantwoorder grondstoffengebruik. De helft van alle broeikasgasemissies en meer dan 90% van het biodiversiteitsverlies zijn het gevolg van de winning en verwerking van grondstoffen. Zoals we nu omgaan met onze grondstoffen hebben we drie aardes nodig. Dit jaar viel de Earth Overshoot Day al op 12 april, dat wil zeggen dat we vanaf deze dag op reserves leven. We verbruiken dus veel meer grondstoffen dan de aarde aankan. Dat kan zo niet langer!’ begint Roza. Het is volgens haar zaak om stevig door te zetten naar een circulaire economie met concrete doelstellingen. ‘De halveringsdoelstelling van 2030 is ambitieus en vrij ongericht. Daarom kijken we per transitieagenda naar productgroepen die veel impact hebben op het klimaat, milieuvervuiling, biodiversiteit maar ook op het gebied van leveringszekerheid van grondstoffen. Voor consumptiegoederen gaat het bijvoorbeeld om elektrische apparaten en textiel en voor de bouw bijvoorbeeld om woningen en wegverharding.’
‘Door impact concreet te maken, krijgen we een beeld waar het meeste winst te halen is.’
Zo is voor iedere transitieagenda in kaart gebracht welke grondstoffen per productgroep veel impact hebben. ‘Dit onderscheid is belangrijk. Grind is in volume veel groter dan staal. Maar zet je dit af tegen de milieueffecten heeft staal veel meer invloed. Net zoals dierenvoeding veel impact heeft op landverbruik. Door dit soort dingen concreet te maken, krijgen we een beeld waar het meeste winst te halen is.’ Bovendien kijk je met de insteek van productgroepen naar de gehele levensduur en hoe producten en materialen zo lang mogelijk hun waarde te laten behouden. Daarmee komen meer knoppen in beeld waar je aan zou kunnen draaien om de huidige impact van productgroepen te verlagen.
Niet alleen verminderen van grondstoffengebruik, maar ook sturen op effecten ervan
Roza legt uit dat deze aanpak is overgenomen uit advies van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). In 2019 zocht het PBL uit hoe het ervoor staat met de circulaire economie in Nederland. Hieruit bleek dat Nederland al zo’n 1500 circulaire initiatieven kent. Van modulaire koptelefoons, waar je onderdelen gemakkelijk kunt vervangen, tot deelplatformen voor fietsen of abonnementen op verlichting. ‘Maar dit is natuurlijk nooit voldoende om het grondstoffengebruik te halveren in 2030. Het PBL is hiermee verdergegaan en kwam er toen achter dat je niet één doel kunt stellen voor een circulaire economie. Om in 2050 volledig circulair te zijn hebben we een set doelen nodig. Niet alleen gericht op het verminderen van grondstoffengebruik, maar ook op de effecten ervan.’
Deze effecten van grondstoffengebruik gaan over klimaatverandering, vervuiling, biodiversiteitsverlies en leveringsrisico. ‘Dit betekent dus dat je niet alleen moet sturen op bijvoorbeeld het efficiënter omgaan met grondstoffen. Maar ook moet kijken naar doelen gericht op tegengaan van bijvoorbeeld vervuiling door het gebruik van deze grondstoffen. Door te kijken naar effecten en te focussen op productgroepen, kun je veel beter in kaart brengen wat de impact van de gehele levensduur is in de productieketen. Dit zorgt ervoor dat samenwerking in de keten gemakkelijker wordt.’
‘De winst zit er niet in als één partij met circulaire economie aan de slag gaat, maar als meerdere partijen hier werk van maken.’
Maar waar moet je beginnen? Want de opgaves zijn enorm. ‘Het doel van een circulaire economie is om te gaan voor waardebehoud. Grondstoffen hoogwaardig te hergebruiken en de keten weer te sluiten. Nu zie je bijvoorbeeld dat plastic wordt gerecycled tot verkeerspaal, dat is geen hoogwaardige oplossing. Hoe krijg je voor elkaar dat plasticstromen wel weer hoogwaardig worden ingezet? Dus hoe maak je er weer nieuwe spullen van? Hiervoor moeten verschillende partijen in de keten samenkomen. Want de winst zit er niet in als één partij dit goed oppakt, maar als meerdere partijen in de keten hier werk van maken’, vertelt Roza.
Circulaire windmolenparken en ketenregisseurs
Zo werken verschillende transitieagenda’s nu al met een ketenregisseur via het Versnellingshuis, een samenwerking van IenW, VNO-NCW/MKB-Nederland, Het Groene Brein en MVO Nederland om ondernemers te ondersteunen richting een circulaire bedrijfsvoering. ‘Een mooi voorbeeld vind ik de Europese samenwerking om windmolenparken te verduurzamen. Nu belanden turbines en wieken na hun levensduur vaak nog bij het grof vuil, ook gaan er dure en moeilijk te verkrijgen metalen verloren bij de afbouw. Zo’n ketenregisseur gaat met alle partijen, dus opdrachtgevers, ontwerpers, leveranciers, toeleveranciers in gesprek. Hoe ga je circulaire windmolenparken zo bouwen dat ze langer meegaan, te repareren zijn, onderdelen hergebruikt worden om zo overall grondstoffen te besparen. Hoe kunnen we die wieken een tweede leven geven? En hoe zorgen we ervoor dat kostbare metalen niet verloren gaan? En ook niet onbelangrijk: kunnen we hier een businessmodel omheen bouwen? En hoe bouw je een automatische prikkel in dat circulair denken onderdeel wordt van de bedrijfsvoering? Dit moet leiden tot een gezamenlijk plan hoe een circulair windmolenpark eruit moet komen te zien.’
Voor iedere sector is het volgens Roza belangrijk dat bedrijven per productcategorie in kaart brengen hoe het grondstoffengebruik eruitziet en hoe dit anders kan. ‘Hiervoor kijken we naar vier dingen. Input, gebruik, verlies en substitutie. Bij input gaat het vooral over ‘narrow the loop’. Kun je produceren met minder grondstoffen? Of kun je afzien van productie? Zo bespaar je natuurlijk het meeste grondstoffen. Bij substitutie gaat het om vervanging. Kun je een andere grondstof gebruiken die minder vervuilend is? Gebruik noemen we ‘slow the loop’ en gaat over producten hergebruiken. Of kun je een product laten repareren of modulair vormgeven zodat reparatie makkelijker is? En als laatste kijken we naar verlies of ‘close the loop’. Hoe kun je gebruikte grondstoffen weer inzetten als nieuw materiaal of verwerken naar een nieuwe grondstof en daarmee verlies tegengaan?’
Nieuwbouw is niet de enige oplossing voor het woningtekort, je kunt ook kijken naar leegstand of tijdelijke woningen. Zo ga je op een andere manier om met grondstoffen
‘Neem de bouwsector. We hebben een ongelooflijk huizentekort en er moeten zo’n 100 duizend woningen per jaar bijkomen. Maar wie zegt dat dit allemaal nieuwbouw moet zijn? Wellicht is het ook ‘Neem de bouwsector. We hebben een ongelooflijk huizentekort en er moeten zo’n 100 duizend woningen per jaar bijkomen. Maar wie zegt dat dit allemaal nieuwbouw moet zijn? Wellicht is het ook mogelijk om dat anders in te vullen door het te beschouwen als een woningopgave die wellicht ook voor een deel ingevuld kan worden met tijdelijke woningen of door andere prikkels in de huidige woningmarkt. Zo woont de babyboomgeneratie, relatief gezien erg groot en is daarnaast de verwachting dat deze woningen binnen een afzienbare termijn vrij komen, maar zo zou ook gekeken kunnen worden naar het niet langer korten op sociale uitkeringen zodra mensen gaan samenwonen. Als je dit voor elkaar krijgt dan kun je het woningtekort ook op een andere manier gedeeltelijk oplossen. Daarom is het zo belangrijk om als keten in gesprek te gaan en te bepalen wat nodig is en welke stappen je daarvoor moet nemen.’
Kamer buigt zich over routekaarten
Er gaat binnenkort een brief naar de Tweede Kamer met daarbij de adviesroutekaarten van de transitieteams. ‘Alle transitieteams hebben nu concretere doelen geformuleerd en een routekaart gemaakt als advies aan het kabinet. Nu is het aan het ministerie van IenW en de andere betrokken ministeries om hier een beleidsmatig oordeel over te geven. Nemen we deze doelen over? Wat is er nodig om deze doelen te faciliteren? Het is de bedoeling dat dit in de tweede helft van dit jaar verder ingevuld gaat worden en het resultaat gaat landen in het Nationale Programma Circulaire Economie. Hierbij is vooral de uitdaging om de rest van het veld mee te krijgen en tot een goede invulling te komen van het benodigde maatregelenpakket.’
Dat de adviesroutekaarten van de transitieteams nu opgestuurd worden aan de Kamer, wil niet zeggen dat het werk nu gedaan is. ‘We zijn met z’n allen bezig met een hele grote puzzel. Ik heb het idee dat we nu veel van de stukjes hebben, maar we moeten hem nog wel gaan leggen. Er moet een samenhangend voorstel komen. En goed gekeken worden hoe deze doelen passen in het Europees beleid en de verdere uitwerking van de afspraken uit het Coalitieakkoord.’
Zelf heeft Roza er alle vertrouwen in dat dit goedkomt met deze concretere doelen voor een circulaire economie. ‘We zijn er nog niet, maar we hebben flinke stappen gezet naar concretere doelen. Het zijn ongelooflijk complexe vraagstukken en alle betrokken partijen zijn er met volle energie en denkkracht ingegaan. Dit is heel mooi om te zien, het steekt er voor mij met kop en schouders bovenuit, en biedt een goede basis om de juiste stappen te zetten richting een circulaire toekomst.’
Martine Roza, werkt voor het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat als taakveldcoördinator visie, innovatie & kennis voor de Circulaire Economie. De afgelopen tijd werkte Roza aan het doelentraject om deze ‘richting en sturing’ concreter te maken voor de Nederlandse economie.
Download hier de routekaarten (15/07/2022)