Doe mee!
Ook voor jouw onderneming biedt de circulaire economie kansen. Nieuwe businessmodellen, een andere manier van ontwerpen en nieuwe samenwerkingen in de keten zorgen onder meer voor een efficiënter gebruik van grondstoffen. Circulair is de toekomst, dus doe mee!

Statiegeld op kleding: ‘Zou goed zijn als dit standaard wordt’

Het lineaire verdienmodel van de kledingindustrie is niet langer houdbaar. Onverkochte kleding belandt nu vaak nog op kledinghopen in Azië en Afrika of gaat de verbrandingsoven in. New Optimist, een Amsterdams kledingmerk, probeert het systeem van de mode-industrie te veranderen. Ze produceren kleding lokaal, sociaal en circulair. Én sinds een aantal maanden zit er statiegeld op hun kleding.

Het werkt als volgt: bij aankoop betalen klanten een bedrag van 2,50, 5, 7,50 of 10 euro afhankelijk van de prijs van het kledingstuk. Een onafhankelijke stichting beheert het geld, zodat mensen het bedrag terugkrijgen als ze een shirt weer terugbrengen. Vervolgens kijkt New Optimist of ze een kledingstuk nog opnieuw kunnen verkopen. Of dat ze het laten recyclen tot hoogwaardig garen.

Haiko Huvenaars vormt samen met Lex Raijmakers het team achter de technologie die New Optimist gebruikt. Hij legt uit hoe dit werkt en wat het doel is. ‘Met ons platform willen we voorkomen dat er meer kleding op de afvalberg bijkomt. Ieder kledingstuk voorzien we van een unieke QR-code die gekoppeld is aan het digitale platform. Hiermee krijgt New Optimist grip op hun retourstromen. Klanten kunnen in dit digitale paspoort precies volgen of aangesloten merken deze kleding hergebruikt of laat recyclen. Dat is uniek, want andere take-back programma’s bieden deze traceerbaarheid vaak niet en hebben moeite met aantonen dat ingezamelde kleding op de juiste plek terecht komt.’

Huvenaars doelt op een onderzoek van Changing Markets dat laat zien dat driekwart van de kleding die aan grote modemerken wordt gedoneerd om weer te hergebruiken, alsnog op de afvalberg belandt. ‘Samen met New Optimist hebben we uitgezocht hoe we dit kunnen voorkomen. Door de QR-code kunnen we individuele items goed volgen en tackelen we problemen rond traceerbaarheid.’

New Optimist heeft nu zo’n 500 kledingstukken voorzien van statiegeld, die na gebruik weer teruggebracht kunnen worden bij een aantal winkels. Nelleke Wegdam, co-founder van het kledingmerk legt uit dat er van die teruggebrachte kleding weer vezels worden gemaakt om opnieuw te verwerken in kleding. ‘Maar alleen als de teruggebrachte kleding volledig is afgedragen. De industrie is ontzettend vervuilend. Dat zit in meerdere facetten, niet alleen het productieproces kan veel duurzamer. Maar ook hoe we nu met kleding omgaan brengt schade toe aan de aarde. We zijn kleding gaan zien als een wegwerpproduct. Als New Optimist proberen we aan beide kanten verandering te brengen.’

Volgens Wegdam doet New Optimist dat door stoffen zo lokaal mogelijk in te kopen, kleding te ontwerpen die lang meegaat of goed te repareren is en ervoor te zorgen dat producten aan het eind van hun levensduur weer terugkomen. Wegdam: ‘Ons design -en maakproces is erop ingericht om zo min mogelijk waste te produceren. We willen onze foodprint zo klein mogelijk houden. Door nu statiegeld in te voeren, krijgen we ook controle op dat laatste stukje, end of life. Zo kunnen we materialen in de loop houden en hebben we minder nieuwe materialen nodig voor nieuwe kledingstukken.’

Hierbij maakt het, zo benadrukt Wegdam, niet uit hoe lang een kledingstuk gedragen is. ‘Je kunt een kledingstuk helemaal afdragen tot het versleten is, maar je kunt bijvoorbeeld ook uitgekeken raken op een trui. In beide gevallen kun je de trui inleveren en krijg je je statiegeld terug. We kijken dan of we een trui nog tweedehands kunnen verkopen. En als deze echt versleten is, kunnen we die recyclen tot garen.’

‘Grote producenten spelen in op emotie met snel veranderende collecties en lage prijzen. Zo stimuleren ze consumenten steeds weer nieuwe dingen te kopen die ze niet nodig hebben. Hierdoor zien mensen niet dat kleding waarde heeft. Wij willen die mindset veranderen. De volgende stap is om mensen dit inzicht te geven, dat kunnen we digitaal doen door feiten over de productie te delen. Maar mensen zijn ook welkom in ons atelier om te zien wat er allemaal bij komt kijken om kleding te ontwikkelen.’

Nu is het statiegeld vooral gericht op gebruikte kleding terugkrijgen om er weer hoogwaardige producten van te maken. Recycling dus. Maar wat als je hoger op de R-ladder gaat en kijkt naar reparatie? Huvenaars: ‘Het gaat vooral om controle krijgen over spullen die anders verbrand zouden worden of op een kledinghoop zouden belanden. Als New Optimist een product eenmaal terug heeft, kunnen ze het ook opnieuw op de markt brengen als tweedehands product. Maar je zou statiegeld ook in kunnen zetten voor reparatie. Wat nu als je het statiegeld gebruikt voor korting op reparatie van een kledingstuk? Dat zorgt ervoor dat consumenten kleding langer dragen en merken minder kleding hoeven te produceren.’

En volgens hem kun je nog veel meer met het digitale paspoort doen. ‘Als New Optimist een bepaalde stof nodig heeft, kunnen ze via het digitale paspoort oproepen om dit materiaal weer terug te brengen. Zodat er weer nieuwe kleding van gemaakt kan worden. Of je kunt allerlei gegevens delen over productie, duurzaamheid en afkomst.’

Tegelijkertijd zitten hier nog veel haken en ogen aan, weet Huvenaars. ‘Het is ongelofelijk moeilijk om de textielketen transparant te krijgen. Er zijn veel informatiemuren waar merken tegenaan lopen. Het mooiste zou zijn als we de oorsprong van kleding tot de katoenplant terug kunnen herleiden. Als een soort stamboom. Dat zou voor ons een droom zijn om in het productpaspoort toe te voegen. Maar voor we zover zijn, zal de industrie eerst dezelfde taal moeten gaan spreken. Standaardisatie is namelijk essentieel om dit soort oplossingen op te kunnen schalen.’

Op dit moment voeren zowel Huvenaars als Wegdam gesprekken met andere merken om zich aan te sluiten bij het platform voor statiegeld. Huvenaars: ‘Het platform is zo ingericht dat meerdere merken zich kunnen aansluiten. Om dit onafhankelijk te regelen, hebben we hiervoor de stichting NEW (Never Ever Waste) opgericht. Voor ons is het platform geslaagd als we ieder merk een systeem kunnen bieden waarmee ze hun circulaire strategie kunnen regelen en zo hoog mogelijk op de R-ladder komen. Dat kan dus gaan over resale, swappen of repair. Ieder merk moet hiermee aan de slag kunnen. Statiegeld is hiervoor de basis. Het zou goed zijn als dit standaard wordt.’

Ook Wegdam sluit zich hierbij aan. ‘Met de stichting zorgen we ervoor dat kleding die nu nog wordt afgedankt, weer terug op de markt komt. Dat kan in allerlei vormen, als materialen maar een tweede lifecycle krijgen. Wij hebben nu de eerste bouwsteen gelegd en ik ben optimistisch dat meer partijen snel volgen.’