Babette Porcelijn: ‘Ik ben niet tegen groei, ik ben voor góéde groei!’
Babette Porcelijn maakte met haar boek De verborgen impact kraakhelder wat de échte kosten zijn van veel consumptiegoederen en toonde tegelijkertijd aan dat wij als Westerse consument veel meer impact hebben dan we denken. Onlangs verscheen haar nieuwste boek, Het Happy 2050 scenario, waarin ze de weg uitstippelt naar een toekomst waarin de mens in balans leeft met de aarde.
Het moment waarop ze besefte dat de spullen die wij als consument gebruiken een grote impact hebben op onze aarde herinnert Porcelijn zich nog goed. ‘Mijn man was benieuwd wat het nou eigenlijk ‘kost’ om een auto te produceren en kwam erachter dat je voor de hoeveelheid energie die nodig is (omgerekend naar benzine) zo’n zes jaar kunt rijden. Die dag drong het tot me door wat de impact is van ons consumptiegedrag.’ En sindsdien is het haar missie om meer ‘blinde vlekken’ zichtbaar te maken. En met succes; haar eerste boek vloog ruim 20.000 keer over de toonbank.
Hoewel de boodschap van Porcelijn urgent is, is ze niet per definitie pessimistisch over de toekomst. Vandaar het woord ‘happy’ in de titel van haar nieuwe boek. ‘Ik ben heel oplossingsgericht, mijn coping mechanisme is bedenken hoe het wél kan. Dat werkt voor mij. Ik zet mijn onrustige gevoel om in actie.’ En dat onrustige gevoel, daar kampen volgens Porcelijn steeds meer mensen mee. ‘Mijn eerste boek kwam in 2016 uit. Ik twijfelde toen of er een markt voor was, maar ik had het mis. Er bleek juist heel veel interesse voor te zijn. Het bewustzijn op het vlak van duurzaamheid is sinds die tijd alleen maar toegenomen. We zijn ons nu veel bewuster van de impact van bijvoorbeeld vlees en kleding. Maar op het gebied van spullen, is er echt nog wel een inhaalslag te maken.’
‘Milieuvervuilend produceren lijkt helaas nog steeds de goedkoopste manier van produceren omdat de verborgen kosten worden betaald door de maatschappij en niet door de producent.’
True pricing en Ecopositief
En voor de gemiddelde Nederlander blijkt juist de impact van spullen het grootst. Denk hierbij aan de aankoop van nieuwe elektronica, meubels, kleding en textiel. De impact hiervan is groter dan die van vlees eten, vliegen, autorijden, of het huis verwarmen. Dat zit hem volgens de schrijfster vooral in de productie. ‘Milieuvervuilend produceren lijkt helaas nog steeds de goedkoopste manier van produceren omdat de verborgen kosten worden betaald door de maatschappij en niet door de producent. Daar zou verandering in moeten komen. True pricing is daarin de eerste stap. Met een ander belastingstelsel, waarin grondstoffen meer belast worden en arbeid minder, is het veel interessanter om spullen te hergebruiken en te repareren dan steeds maar opnieuw produceren.’
In haar eerste boek neemt ze de spijkerbroek als voorbeeld. Voor de katoenproductie van één jeans is 10.000 liter water nodig en worden bovendien kunstmest en pesticiden gebruikt. Verder is er per broek 10 vierkante meter landbouwgrond nodig en wordt er 32 kilo CO2 uitgestoten. ‘De impact op het milieu vindt plaats in andere werelddelen, dus als consument merk je hier niet veel van. Als de economische schade van milieu-impact zou worden doorberekend in de prijs die je er in de winkel voor betaalt en als de impact op het label van de broek vermeld zou staan, dan ben je als consument beter geïnformeerd en kun je gemakkelijker een duurzamere keuze maken.’ En Porcelijn gaat nog een stap verder. ‘Als we dan ook nog op zo’n manier gaan produceren dat we daarmee het ecosysteem juist versterken, is het natuurlijk helemaal mooi. Je kunt daarbij denken aan het vergroten van biodiversiteit bij het verbouwen van katoen. Ik noem dat ecopositief produceren.’
Meet échte groei
Twee boeken later heeft Porcelijn behoorlijk wat kennis opgedaan over die werkelijke invloed van onder andere consumptiegoederen. Wat zijn haar bevindingen? ‘Er zitten bepaalde fouten in het systeem. Neem het Bruto Binnenlands Product (BBP), een meetinstrument waar we het succes van de maatschappij aan afmeten. Maar dit meetinstrument brengt slechts grofweg 30 procent van de hele economie in kaart. We hechten in die berekeningen geen waarde aan bijvoorbeeld natuurlijk kapitaal en onbetaald werk. Als je dat wél meeneemt, zie je een krimp vanaf de jaren 80, geen groei. We moeten naar een systeem gaan waarin we welzijn in de breedste zin van het woord meten. Ik ben niet tegen groei, maar ga dan wel voor góéde groei. Je wilt niet dat de ongelijkheid en milieu-impact groeien, maar juist dat welzijn en intacte natuur toenemen.’
Niet verkopen, maar verleasen
Voor producenten van consumptiegoederen is groei van de winst vaak een belangrijk doel. Hoe kunnen zij zorgen dat die groei verantwoord is? ‘Allereerst denk ik dat we met zijn allen simpelweg minder moeten consumeren.’ Slecht nieuws voor ondernemers en bedrijven? ‘Niet per se, er zijn ook ándere businessmodellen te bedenken. Denk aan lenen en leasen. Ik denk dat we in de toekomst een auto delen veel normaler vinden. Nu staan veel wagens hele dagen stil op de oprit, terwijl het maken van de auto veel milieuschade veroorzaakt. Dat kan toch ook anders?’ Porcelijn pleit ervoor dat partners uit de keten elkaar opzoeken. ‘Je hoeft het echt niet alleen te doen, kringlopen sluiten lukt beter als je samenwerkt. En laten we voor ogen houden dat een duurzame wereld de best mogelijke vooruitzichten geeft, het is namelijk goed voor ieders welzijn, en ook voor de economie. Maak het onderwerp vooral niet te zwaar en moeilijk; kijk liever naar wat wél kan dan naar wat niet!’
‘Ik denk dat we in de toekomst een auto delen veel normaler vinden. Nu staan veel wagens hele dagen stil op de oprit, terwijl het maken van de auto veel milieuschade veroorzaakt. Dat kan toch ook anders?’
Investeren in de nieuwe wereld
Over de hypothetische vraag wat zij zou doen als ze vanuit de Transitieagenda Consumptiegoederen 20 miljoen euro mocht inzetten hoeft ze niet lang na te denken. ‘Ik zou investeren in de nieuwe wereld. Bijvoorbeeld in spullenbibliotheken, reparatieservices en internationale wetgeving die het recht op reparatie regelt, het ophalen van spullen voor hergebruik, hergebruikwinkels professionaliseren, urban mining. Alles om circulair gebruik van materialen te verbeteren – zowel voor consumenten als voor producenten.’ En hoewel ze het niet als taak voor de transitieagenda ziet, wil ze ook de winning van delfstoffen graag genoemd hebben. ‘Voor het deel van de grondstoffenbehoefte dat niet circulair is in te vullen, ontkomen we niet aan de winning van delfstoffen. Dus als ik nog één ding mag noemen dat ik de komende jaren zou willen aanpakken, is het wel de misstanden rondom mijnbouw. Elektronica is verantwoordelijk voor een vijfde van de totale milieudruk van gebruiksartikelen en de mijnbouw geldt daar als een gigantische vervuiler. Het is een enorm schadelijke en onzichtbare business, waar bijvoorbeeld slavernij en kinderarbeid een rol spelen. Als ik 20 miljoen euro mocht inzetten de komende jaren, zou ik zorgen dat daar meer zicht op komt. Het mag echt niet verborgen blijven.’ Ook hoopt ze dat er meer aandacht is voor een goede toekomst op alle vlakken. ‘Het gevaar is dat we ons blindstaren op termen als CO2-reductie of circulaire economie, terwijl het veel breder is. Zorg voor true pricing, breng in beeld wat dingen echt kosten. En dan blijken voor het oog duurzame keuzes, zoals een elektrische auto, helemaal niet zo duurzaam. Ga liever niet op je onderbuikgevoel af; dat gevoel klopt vaak niet en dat komt door de verborgen impact, alles wat we hier niet zien. Bereken dus wat de werkelijke impact is, juist als producent.’
Eén aarde
Ook de focus op de opwarming van de aarde, is volgens Porcelijn te beperkt. ‘Stel de temperatuur neemt niet toe, maar we verliezen wel een groot deel van de bossen… Dat zou ons nog steeds in grote problemen brengen. We kunnen beter kijken: wat willen we samen? Wat betekent welzijn voor ons en hoe zorgen we dat dat voor iedereen bereikbaar wordt? En hoe zorgen we dat we leven met één aarde en niet, zoals de gemiddelde Nederlander, consumeren alsof we drie aardes hebben? De weg naar een happy 2050 is groen en eerlijk. De sleutels? Welzijn van alle mensen op de wereld centraal stellen, de economie als middel zien in plaats van als doel, en binnen de draagkracht van de planeet gaan leven.’
Verborgen impact
Bij impact wordt vaak vooral gekeken naar CO2-uitstoot. Maar impact is veel meer dan dat. Babette Porcelijn betrok in haar onderzoek ook factoren als ontbossing, water- en landgebruik voor de productie, de aantasting van biodiversiteit, het veroorzaken van verschillende soorten vervuiling, de druk op natuurlijke hulpbronnen en grondstofvoorraden, druk op zoetwatervoorraden, plasticvervuiling en moderne slavernij.
Over Babette Porcelijn
Ir. Babette Porcelijn specialiseerde zich tijdens haar studie Industrieel Ontwerpen aan de TU Delft in industriële processen en ketenanalyse. In 2011 startte ze haar eigen ontwerpstudio voor design en communicatie. Vijf jaar later verscheen haar eerste boek De verborgen impact, waarvan inmiddels meer dan 20.000 exemplaren zijn verkocht. In 2020 verscheen het doeboek Ecopositief in vijf stappen. Met haar organisatie Think Big Act Now streeft ze ernaar de maatschappij op effectieve wijze te verduurzamen. Ze geeft daarvoor regelmatig lezingen en trainingen, en leidt andere sprekers en ambassadeurs op. In juli verscheen Het happy 2050 scenario. Een science-based plan van aanpak ‘voor een veilige planeet, een geïnspireerde crew, een integer beleid, eco-positieve productie zonder verborgen impact, een gezonde economie en gelijke kansen op welzijn en geluk voor iedereen.’