Hoe United Repair Centre kledingreparatie weer hip wil maken
‘De fast fashion industrie produceert zeven keer meer kleren dan we nodig hebben’, weet Thami Schweichler, oprichter van het United Repair Centre (URC). Een kledingreparatiecentrum dat samenwerkt met kledingmerken om reparatie weer hip te maken. En dat is nodig, want per jaar is fast-fashion goed voor zo’n 92 miljoen kilo afval. Zo’n 40 procent van de geproduceerde kleding wordt niet verkocht en belandt uiteindelijk in de prullenbak.
Achter een naaimachine houdt een statushouder een donkere jas omhoog en knikt tevreden met het resultaat. Hier in De Hallen in Amsterdam repareert een klein team van vluchtelingen en mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt zo’n 10.000 kledingstukken per jaar.
De donkere jas van het merk Patagonia is gerepareerd en gaat weer terug naar de eigenaar in Praag. Het Amerikaanse Patagonia is mede-initiatiefnemer van het United Repair Centre dat sinds deze zomer draait. Klanten van het merk kunnen hun spullen kosteloos laten repareren. Hiervoor hoeven ze kapotte kleding alleen maar aan te melden en op te laten sturen naar Amsterdam. Inmiddels repareert het United Repair Centre ook kleren van het Nederlandse Scotch en Soda en voert United Repair Centre gesprekken met meerdere geïnteresseerden.
Transparant over werkomstandigheden en materiaal
Schweichler: ‘We zijn nog met zo’n vijf andere merken in onderhandeling, de vraag is enorm. Maar we gaan niet zomaar met iedereen in zee. We willen alleen samenwerken met merken die duurzaamheid belangrijk vinden. Ook vinden we dat de grootste merken transparant moeten zijn over waar hun materiaal vandaan komt en onder welke omstandigheden hun kleren worden gemaakt. Van heel veel merken kun je bijvoorbeeld niet achterhalen of een arbeider een eerlijk loon krijgt voor zijn werk. Om die verandering op gang te brengen, zeggen we ook regelmatig nee tegen nieuwe kledingmerken.’
URC werkt dus vooral met kledingmerken, maar waarom kunnen consumenten hun kleding niet rechtstreeks naar het URC in Amsterdam brengen? Schweichler denkt eventjes na voor hij antwoord geeft, want het liefst zou hij willen dat iedereen weer naar de kleermaker gaat. ‘Maar ik twijfel of dit de verduurzaming van de industrie verder helpt. Via kledingmerken waarmee we werken, worden consumenten bewuster van de waarde van textiel, het is geen wegwerpproduct. Reparatie is zinvol. Door samen te werken met kledingmerken hebben we een groter bereik en maken we meer verschil dan wanneer we als traditionele kledingmakers zouden werken.’
Textielbewerking is een ambacht, je moet investeren in goed onderwijs voor voldoende gekwalificeerde kleermakers.
Schweichler wijst naar een kledingrek met gerepareerde jassen die weer terug naar hun eigenaar gaan. Nu repareert het team van URC ongeveer 10 duizend kledingstukken per jaar met 8 mensen. Over 5 jaar willen ze met 150 ‘repair experts’ naar 300 duizend reparaties per jaar. Om dit voor elkaar te krijgen is er ook voldoende gekwalificeerd personeel nodig, hiervoor werkt Schweichler met zijn team samen met een Amsterdamse ROC opleiding. ‘Textielbewerking is een ambacht, hier moet je in investeren. Kleermakers zijn een uitstervend beroep en het is voor ons soms lastig om goed geschoolde mensen te vinden. Daarom werken we samen met ROC aan de ontwikkeling van een opleiding. Hier leren studenten in 1,5 jaar alles over textielbewerking, maar krijgen ook taallessen als ze nog geen Nederlands spreken.’
Zo leren vluchtelingen tijdens hun opleiding de taal en bouwen een sociaal netwerk op. ‘Dat is essentieel als je ergens nieuw bent, niemand kent en de taal nog niet spreekt. Op deze manier leren ze niet alleen een prachtig beroep, maar worden ze ook meteen onderdeel van de samenleving. Zo snijdt het mes aan meerdere kanten’, vertelt hij enthousiast.
Reparatie redt 1 miljoen kilo kleding uit de vuilnisbak
Volgens de oprichter biedt de circulaire economie kansen, maar moeten bedrijven voor deze omslag anders gaan denken. ‘De kern van de meeste kledingproducenten is om zoveel mogelijk te blijven produceren. Ze zijn alleen maar bezig met groei, maar ten koste van wat? Iedere week komen er zo’n 60 containers kleding aan in Ghana. Over het algemeen is dit afgedankte kleding, die ze niet meer kunnen verkopen. Het is zoveel dat ze het niet meer kunnen verwerken, kleding belandt op een stortplaats of wordt door locals verbrand. Dit leidt tot sociale en ecologische schade.’
Schweichler heeft uitgerekend dat URC binnen vijf jaar zo’n 4,5 miljoen euro bijdraagt aan de Nederlandse economie. ‘En met alle reparaties redden we bijna een miljoen kilo kleding uit de vuilnisbak. Dit scheelt ontzettend veel CO2-uitstoot.’ Indirect kun je, zo legt Schweichler uit, zeggen dat hierdoor de luchtkwaliteit verbetert wat weer leidt tot minder gezondheidsklachten. ‘Maar hoe zet je deze positieve impact om in euro’s? Hiervoor hebben we de overheid nodig, we moeten naar een systeem het draait om een gelukkige samenleving. Met centrale waardes die draaien gezondheid en welzijn. Niet alleen welvaart moet hierin leidend zijn.’
Het doel van kledingmerken is om zoveel mogelijk te blijven produceren. Ze zijn alleen bezig met groei, maar ten koste van wat?
Als voorbeeld noemt Schweichler een project dat Makers Unite, het moederbedrijf van de United Repair Centre, tijdens corona uitvoerde voor het OLVG in Amsterdam. ‘We hebben uitgezocht hoe we isolatiejassen voor op de IC-afdeling circulair kunnen maken. Nu worden deze gemaakt van wegwerpplastic uit China, zo’n 30 duizend kilo aan gebruikte jassen wordt na één keer gebruik verbrand. Maar hoe maak je die nu circulair en wat heb je hiervoor nodig? De overgang in de textielindustrie staat nog aan het begin en het is echt pionieren. We hebben nu 2500 jassen van katoen gemaakt die door partners weer worden gewassen. De logistiek en uitstoot hiervan hebben we in kaart gebracht en het is nog steeds goedkoper om jassen van wegwerpplastic te maken.’
De onzichtbare euro, zoals Schweichler de positieve invloed van herbruikbare isolatiejassen noemt, komen nu niet terug. ‘We moeten naar een systeem waarin de vervuiler betaalt. Nu is het nog steeds goedkoper om textiel te recyclen aan de andere kant van de wereld, terwijl het veel beter is om het dichter bij huis te repareren. Kleding is geen wegwerpproduct.’
Het is nog steeds goedkoper om textiel aan de andere kant van de wereld te laten recyclen, terwijl het voor de aarde veel beter is om het dichter bij huis te laten repareren. Kleding is geen wegwerpproduct.
Over Thami Schweichler
Thami Schweichler is sociaal ondernemer gericht op design en sociale innovatie. Hij haalde een master design sociale innovatie aan de Franse ontwerpersuniversiteit ENSCI – Les ateliers. Na zijn studie was hij betrokken bij de oprichting van Koneksie, een sociale onderneming gericht op het verbeteren van ondernemerschap en verkeersveiligheid onder motortaxichauffeurs in Kenia. In 2015 richtte Schweichler Makers Unite op. Bij deze Amsterdamse start-up waar vluchtelingen duurzame textielproducten ontwerpen en ook maken. Thami zet zich in voor betere Europese integratie en gelooft in de kracht van maken voor een duurzamere en inclusievere samenleving.