Ontwikkelingen duurzame consumptiegoederen vanuit de Europese Commissie: dit kunnen we verwachten
Voor de invulling en implementatie van de ambitie ‘Nederland circulair in 2050’ zijn we grotendeels afhankelijk van wet- en regelgeving vanuit de Europese Commissie. Maar wat houdt die wet- en regelgeving in, waar werkt men in Europa aan en wat is de invloed daarvan op Nederland?
Ruben Dekker legt het uit. Dekker is sinds enkele maanden lid van het kernteam Transitieagenda Consumptiegoederen. Hij is coördinerend beleidsmedewerker Circulaire Economie voor het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, maar tot voor kort was hij door Nederland gedetacheerd bij de Europese Commissie. In dit interview deelt hij zijn kennis over de ontwikkelingen binnen die wet- en regelgeving en wat Nederland daarmee doet.
Een nieuwe Europese Commissie
Om een duidelijk beeld te schetsen van de ontwikkelingen op Europees niveau neemt Dekker ons kort mee terug naar het moment van de grote verandering: de aanstelling van de Commissie Von der Leyen, half 2019. Amper twee weken geïnstalleerd zette Von der Leyen de klimaatcrisis boven aan haar prioriteitenlijstje. Hieruit resulteerde al snel de Green Deal, een zogenaamde routekaart om Europa duurzaam te maken. Vanzelfsprekend behelst dat een enorme waaier aan initiatieven, waaronder het hele klimaatpakket, maar een belangrijk onderdeel daarvan is het Circulair Economy Action Plan. ‘Hieronder valt onder andere het duurzaam productbeleid,’ legt Dekker uit. ‘En aan het duurzaam productbeleid wordt vanuit Europa op drie niveaus gewerkt: duurzame producten, consumenten informeren en awareness creëren én de verwerking van productinformatie middels een productpaspoort.’
In maart 2020 presenteerde de Europese Commissie haar tweede Circulair Economy Action Plan met 35 concrete acties voor een circulaire economie. Dit plan is een van de grootste bouwstenen van de Green Deal.
Ontwikkelingen binnen duurzaam productbeleid
Als we toe willen naar een circulaire economie in Europa, dan moeten de producten op de EU-markt passen in zo’n economie. Zo’n proces gaat niet van vandaag op morgen, maar het is de stip op de horizon. Het initiatief over duurzame producten moet de wetgeving op orde maken om in de komende jaren grote stappen in de juiste richting te kunnen zetten.
De uitdaging daarbij is dat hoe algemener de regel is, hoe moeilijker toepasbaar hij wordt, en hoe specifieker, hoe smaller het niveau van toepassing en dus hoe kleiner het effect. Het idee is dan ook om te gaan voor beide: ‘Voor een brede uitstraling worden sustainability principles opgezet,’ legt Dekker uit. ‘Dat zijn duurzaamheidsprincipes die kunnen gelden voor alle producten. Vervolgens kunnen ze stap voor stap worden uitgewerkt naar de beste aanpak per specifieke productcategorie.’
Verbreden Ecodesign-richtlijn
Dekker vervolgt: ‘Voor een deel van alle producten geldt dat de wetgevingskaders er al zijn. Producten kunnen al per categorie worden aangepakt onder de Ecodesign-richtlijn. Dat betekent dat producten die de Europese markt betreden, moeten voldoen aan eisen die worden gesteld onder die richtlijn. Momenteel geldt dat alleen voor een groot aantal energie gerelateerde producten, zoals wasmachines en koelkasten. Dit levert bewezen besparingen op en producten worden beter gerecycled en vaker gerepareerd. Het goede aan de Ecodesign-richtlijn is dan ook dat er al in de designfase wordt nagedacht over de levensloop van een product., Daardoor vormt bijvoorbeeld de combinatie van materialen aan het einde van de keten geen probleem meer en kan er gerecycled worden. Een ander groot voordeel van deze aanpak is dat de eisen meteen gelden voor alle producten op de Europese markt, ook als ze in het buitenland worden geproduceerd. En de hoop is natuurlijk dat de bereikte verbeteringen zich als een olievlek verspreiden over de rest van de wereld. Daarom zeggen wij als Nederland: laten we deze succesvolle aanpak breder inzetten. De huidige reikwijdte is te beperkt. We zouden graag beginnen met textiel, daar is al veel beleid op gemaakt en daar valt nog veel te winnen. De Europese Commissie heeft inmiddels aangekondigd de richtlijn te verbreden. Naar verwachting ligt het eerste voorstel voor het verbreden van de Ecodesign-richtlijn er eind 2021. Als alles meezit kan er dan in 2024 gestart worden met implementatiemaatregelen.’
De consument informeren
Het verbeteren van de producten is dus één stap, maar consumenten moeten de producten ook meer circulair gebruiken. Na de zomer volgt een pakket aan regels voor consumentenbeleid, gericht op informatie voor de consument. Producenten en retailers worden onder meer verplicht hun producten te voorzien van meer en betere informatie. Het gaat om zaken als reparatiemogelijkheden en garantie. ‘Hierdoor weet je als consument wat je koopt. Door dit voor ieder product te verplichten trek je het gelijk en kan de consument een eerlijke keuze maken. Ook volgt wetgeving tegen greenwashing: misleidende uitspraken die ten onrechte duurzaamheid claimen.’
Overigens is het volgens Dekker niet reëel om te verwachten dat consumenten alle claims en de duurzaamheid van producten uitvoerig onderzoeken. ‘Daarom wordt dit dus via regelgeving geregeld. Ook willen we in Nederland zoveel mogelijk regelen vóór markttoegang. Hier zit echter een grens aan en daarom willen we via tussenstappen als bovengenoemde zorgen dat consumenten voldoende en eerlijke informatie hebben om een duurzame keuze te maken.’
‘We willen de kracht van digitalisering gebruiken voor producten. Niet alleen voor de consument maar óók voor de rest van de keten’
Dataverzameling in een productpaspoort
In het verlengde van de informatie voor consumenten ligt het idee voor een productpaspoort. ‘We willen de kracht van digitalisering gebruiken voor producten. Niet alleen voor de consument maar óók voor de rest van de keten. Een producent weet zo’n beetje alles van een product op het moment dat het de markt opgaat. Wat je in de praktijk ziet is dat er veel kansen verloren gaan bij bijvoorbeeld recycling. Doordat de afvalverwerker niet weet wat de precieze samenstelling van sommige producten is eindigen ze alsnog in de verbrander. Zou hij toegang hebben tot die informatie, dan kan hij beter en meer recyclen.’
Het idee van een productpaspoort is dat informatie digitaal meegaat met een product, bijvoorbeeld via een blockchaintechniek. Die techniek is geschikt voor het bewaken van informatieoverdracht. ‘Zo zou je straks bijvoorbeeld een QR-code kunnen scannen. Ieder ketenonderdeel heeft dan een eigen app waarin wordt aangegeven welke informatie je nodig hebt. Dus een retailer leest de karakteristieken die van belang zijn voor de verkoop, een consument leest de ingrediënten om te kijken of hij niet allergisch is en de recycler checkt op chemicaliën. In Brussel wordt nu hard gewerkt aan de architectuur van zo’n systeem. We hopen dat dit daadwerkelijk onderdeel wordt van het initiatief over duurzame producten dat we eind dit jaar verwachten.’
Dekker besluit met de ondernemer, want die gaat dit net als de consument deels merken in het productaanbod. ‘Bepaalde vervuilende producten verdwijnen en worden vervangen door betere. Daarnaast kan aan ondernemers gevraagd worden meer of betere informatie aan te leveren. We houden uiteraard in de gaten dat er niet te veel administratieve rompslomp bijkomt, met name voor kleine bedrijven.’ Dekker hoopt dat ondernemers het vooral zien als een kans. ‘Ondernemers die duurzame producten of diensten aanbieden zien een mooie toekomst tegemoet. Dit is dus het moment om je daarop voor te bereiden, zodat je straks maximaal profiteert van een beleidskader dat echt aanstuurt op duurzame producten in een circulaire economie.’